Trekpaarden & Sportpaarden

 

Het paard wordt tegenwoordig steeds populairder in de wedstrijdsport. Mensen die niet deelnemen aan de wedstrijden, volgen de wedstrijden op tv. Paarden voor competities, zoals renpaarden, dressuurpaarden en springers. Maar niet elk paard kan een springpaard of een renpaard worden. Dit is afhankelijk van de bouw. Een springpaard moet aanleg hebben om te kunnen springen. Vanuit die basis is het verder trainen, trainen en trainen, wil je de top kunnen bereiken.

 

Kenmerken springpaard:

- De richting van de romp van een springpaard dient horizontaal of iets neerwaarts te zijn, omdat een paard voor de sprong moet kunnen ‘bukken’.
- De hoek die de hals maakt met de horizontale lijn wanneer het paard in natuurlijke houding staat mag horizontaler zijn dan bij een dressuurpaard.
- De rug moet kort en sterk zijn. Een paard met een lange rug zal minder goed kunnen springen.
- Sterke pijpen en natuurlijk het spronggewricht is belangrijk.
- Voor een springpaard is de galop het belangrijkste, daarom moet een springpaard goed in galop kunnen schakelen en zijn passen makkelijk kunnen verruimen en verkorten.

 

Kenmerken renpaard:

- Wat heel kenmerkend is aan renpaarden is de gespierde buik. Bij elke galopsprong moet het paard zijn buikspieren aantrekken.
- In verhouding hebben ze lange achterbenen waardoor ze als ze staan wat overbouwd lijken.
-  In rengalop plaatsen ze hun achterhand onder de massa en krijgen ze van voor meer oprichting waardoor ze beter tot hun recht komen.

 


 

 

Kenmerken dressuurpaard:

- Het ideale dressuurpaard heeft een gemiddelde stokmaat van 1,72. De hoogte moet wel passen bij het formaat van de ruiter. Een dressuurpaard moet groot zijn. Er moet iets binnenkomen in de ring.
- Het paard heeft een lange hals waarbij de bespiering aan de bovenzijde van de hals mooi ontwikkeld is. Waarbij de bespiering aan de onderkant van de hals is, dan is dit niet gewenst. Zo kan het paard moeilijk in de voorgeschreven houding aan de teugel lopen.
- De kaak moet niet te grof zijn, omdat het paard ook hier moeilijk in de voorgeschreven houding kan lopen.
- De borst moet breed zijn, zodat de longen voldoende ruimte hebben.
- Een lange rug levert rugproblemen op omdat het ruitergewicht er op rust
- Een langbenig paard toon elegant. 
- De kleur maakt niet veel uit. Alleen een paard met drie witte benen oogt eerder onregelmatig, en een paard met een scheve bles lijkt met zijn hoofd te kantelen.

 

 

Kenmerken trekpaard:

- Massieve bouw, maar niet log of traag.
- De benen lijken op pilaren en zijn sterk en gespierd.
- Rond de hoeven en aan de achterkant van de benen bevind zich veel haar.
- Het hoofd is vierkant, enorme kaken en een vlak voorhoofd.
- De oren zijn vrij kort en recht. De ogen zijn vrij klein.
- Het heeft grove dikke billen en een korte staart. Deze korte staart gebeurd door couperen. Vroeger werd dit vooral gedaan vanwege de veiligheid bij de landbouwwerktuigen. Maar tegenwoordig is de staart meestal ook nog kort. Dit komt doordat de mens eraan gewend is geraakt, en een groot trekpaard automatisch met een korte staart voor zich ziet.